Terwijl buiten het licht wordt gedoofd door de lantaarnwachter en het laatste waar naar binnen wordt gebracht terwijl de naderende storm langzaam aan kracht wint, begeeft eenieder zich naar het comfort van thuis. Voor de ontheemden - de nomadische dwalers van het land - biedt alleen de Karavanserai een rustplek. Het is een drukbezochte plek waarin alles meervoud is. Talen, culturen, kleuren en geuren.
Ducos voelt aan zijn lange gewaad op zoek naar kruidnagels. Zijn groenblauwe ogen lichten wit op in het illustere maanlicht. Licht krullend zwart haar kronkelend als de slangen van Medusa om zijn voorhoofd. "Ik moet mijn laatste nagels aan de Serai besteden," dacht Ducos. Hij had nog niet gegeten. De tocht was lang en zonder tussenstop. Zijn mannen zwaarmoedig en hongerig. Ze werden onderweg geteisterd door nomadische rovers. Ze noemen zich de 'Zonen van de Wind'. Daar is geen woord aan gelogen. Ze slaan toe en verdwijnen weer, zoals de wind dat doet in deze streken.
Ducos begeeft zich naar zijn karavaansploeg. "We overnachten hier!" Roept hij terwijl hij de bepakking van zijn kameel haalt. De vlaktenavigator, Nikos, bekijkt Ducos van top tot teen. Hij sprak met een raspige stem, doorrookt en ietswat uitgedroogd. "Je zou terugkomen met graan, Ducos. En vis, kruiden, en jassen" zei hij met sceptische toon. De reis is nog lang en het land is verradelijk Ducos, en de r--" "Genoeg Nikos!" Ducos' stem sneed door ijle lucht. "Denk je dat ik de lege voorraden niet zie? We overnachten hier, er is storm op komst. Haal je waar van de kamelen en breng de mannen naar de Serai, ik zie jullie daar wel."
Eenmaal aangekomen in de Serai zoekt de karavaansploeg de ontspanning op. Ze drinken en besteden voornamelijk de aandacht aan vrouwen uit verre windstreken. Ducos zit alleen aan de bar, zijn hoofd brekend over de karavaansfinanciën. Die verdomde rovers, dacht hij. Zonder die rovers zou hij drie dagen tijd bespaard hebben.
"Waardin, nog wat bier alstjeblieft!" Riep Ducos.
De waardin maakte wat vlotte bewegingen en holt naar de vathouder. "Had u honingbier gewild?" Haar toon impliceerde de wens naar een meer respectvolle vraagstelling.
"Gerstebier graag" Ducos hield niet van honingbier.
"Drink snel, reiziger, " Zegt de waardin met een rustige stem terwijl ze een beker met koel gerstebier op de kurkdroge bar zet. "de dagen zijn kort hier." De waardin werpt een enkele blik op het half-aanwezige gezicht van Ducos.
"Als het niet te veel gevraagd is" Vervolgt de vrouw in kille toon.
"Wat." Antwoord Ducos kortaf.
De waardin spoelt een glas af en neemt plaats op een hoge houten kruk.
"Wat is het dat u zo dwarszit, vreemde reiziger?"
Ducos grijpt in zijn gewaad en legt een enkele kruidnagel op de bar. "Dat is mijn laatste." Zegt hij ernaar starend. Ducos laat zijn hoofd wat zakken, alsof de schaamte het zwaar doet voelen.
De barvrouw lacht ingetogen. Alsof ze het antwoord op voorhand al wist. Een waardin ontmoet vele reizigers. "Dus in plaats van uw waar verhandelen - waar u meer kruidnagelen van krijgt - kiest u de drank? Zegt de barvouw met een licht bespottelijke toon. "U weet dat dat uw problemen juist vergroot, zeer vreemde reiziger?"
"Ja, het is jammerlijk maar waar," zuchtte Ducos. Hij tilt zijn hoofd op en bekijkt de waardin van haar knie tot haar kin. "Want mijn karavaan is een schip zonder zijlen. Koersloos op drift over de zee van tegenslag, beste waardin."
"Dat is mijn naam niet." Schiet ze hem in de rede.
"En," vervolgt Ducos, zijn stem doet ongeïnteresseerd aan. "Hoe mag ik u noemen?"
"Jafira. En hoe noem ik u, vreemde reiziger?" De waardin staat op en schenkt een beker water voor zichzelf in. Een zweetdruppel wegpinkend.
"Ducos, " hij maakt een klein gebaar. "Met een c."
Jafira's mondhoeken trokken omhoog. "Dus, Ducos, mysterieuze reiziger met noodlottig karavaan. Vertel me meer over je avonturen."
Ducos wreef over zijn voorhoofd. "Dat is een lang en ontstemmend verhaal," zei hij. "Bovendien wil ik gaan slapen."
De barvrouw buigt over de bar. "Vertel het me, en het bier is gratis. Houd de kruidnagel maar, en gun je mannen wat rust. Maar," ze pauzeerde, haar blik indringend.
"Vertel mij het verhaal in elk detail. Want ik verveel me in deze slaperige Serai met oninteressante gasten"
Op de achtergrond zingt de karavaansploeg luidmondig hun lijflief:
Wij kwamen met niets dan verhalen,
en voeten vol zand en verdriet.
De vlakte kent geen genade,
zij neemt ons of zij vergeet niet.
"Oké," Ducos antwoordde met oplichtende ogen terwijl er een glimlach op zijn gezicht begon te ontstaan. "Maar dan zitten we hier wel even."